“Wij zien waterstof als de toekomst” – POT Verhuizingen / Logistiek
Verhuisbedrijf POT loopt de kantjes er bepaald niet vanaf als het om duurzaamheid gaat. Het onderwerp heeft de allerhoogste prioriteit.
Melchior Blok, directeur vertelt meer. “We lopen bij POT graag voorop als het om duurzaamheid gaat. We willen koploper blijven, want het is voor ons essentieel de wereld beter achter te laten. Die verantwoordelijkheid voelen we. Op dit moment compenseren we al onze uitstoot, maar binnen 5 jaar willen we de uitstoot naar 0 hebben. Een uitdaging, maar die gaan wij niet uit de weg. En uiteindelijk worden we daar als bedrijf, maar ook de wereld om ons heen, beter van.”
Het wagenpark van POT is essentieel voor de bedrijfsvoering, maar van oudsher ook een vervuiler. Melchior: “We hebben al vijf elektrische wagens, maar we zien een aantal knelpunten die dit nog niet tot de ideale oplossing maken. Het elektriciteitsnet is te vol waardoor opladen op veel plekken nog niet goed mogelijk is en laden traag gaat. Bovendien zijn de te rijden afstanden relatief kort. We zien hierin de komende vijf jaar niet heel veel verandering komen.”
Voor POT heeft waterstof wél de potentie om het wagenpark duurzaam én efficiënt te maken. Melchior: “Wij geloven echt in waterstof als brandstof. Het opladen gaat razendsnel en de actieradius is veel groter. Dat maakt het voor ons heel efficiënt. Waterstof staat in Nederland nog in de kinderschoenen, maar we moeten ergens beginnen. Daarom zijn we, samen met andere Amersfoortse ondernemers die duurzaamheid hoog op de agenda hebben, aandeelhouder geworden van Fountain Fuel, het eerste waterstoftankstation. Dat is nu gerealiseerd en wij hebben onze eerste waterstofauto onlangs in gebruik genomen, dus we kunnen nu helemaal op waterstof verhuizen en onze logistieke diensten uitvoeren. Een mooi moment. De toekomst zien we in een combinatie van elektrisch en waterstof. Om helemaal over te gaan op waterstof moet er nog veel gebeuren. Zo is het aanbod in auto’s nog heel beperkt en de prijs buitenproportioneel. Maar zoals gezegd: we moeten ergens beginnen.”
